Great Place To Work begon met een verrassende ontdekking. In 1981 kregen de zakelijke journalisten Robert Levering en Milton Moskowitz van een uitgever in New York de opdracht om een boek te schrijven met de titel 'The 100 Best Companies to Work for in the US'. Hoewel ze twijfelden of ze daadwerkelijk 100 geschikte bedrijven zouden vinden, gingen ze akkoord en begonnen aan deze opdracht. Deze zoektocht leidde tot meer dan 25 jaar onderzoek naar geweldige werkplekken, de erkenning en het bevorderen ervan. Het belangrijkste inzicht uit dit uitgebreide onderzoek? Dat het creëren van een geweldige werkplek niet afhankelijk is van een pakket aan voordelen, programma's of praktijken, maar van het opbouwen van kwaliteitsvolle relaties en een sterk personeelsbeleid op de werkplek. Relaties die worden gekenmerkt door vertrouwen, trots en kameraadschap.

Deze inzichten leidden uiteindelijk tot de oprichting van het Great Place To Work®-instituut. Wereldwijd begonnen bedrijfsleiders de modellen en methodologie van het instituut te gebruiken, omdat ze deze beschouwden als een waardevolle manier om hun bedrijfscultuur in kaart te brengen, geweldige werkplekken te meten en te creëren. In 1997 bundelden FORTUNE (in de Verenigde Staten) en Exame (in Brazilië) samen met de onderzoekstak van het instituut hun krachten om de eerste wereldwijde ranglijsten op te stellen onder de naam ‘100 Best Companies To Work For’.

In 2002 wees de Europese Commissie Great Place To Work aan om in 15 Europese landen een door de overheid gefinancierde competitie op te zetten met een lijst van ‘Best Companies’. Dit initiatief maakte deel uit van haar strategie om in heel Europa succesvolle bedrijven, aantrekkelijke werkplekken en welvarende economieën en gemeenschappen te bevorderen. Great Place To Work breidde geleidelijk uit naar 45 landen wereldwijd, waaronder België in 2003, en bleef in de daaropvolgende jaren groeien.